Per 1 januari 2020 zijn er wijzigingen in de wet- en regelgeving doorgevoerd ten aanzien van de arbeidsmarkt. Waar moeten medewerkers rekening mee houden? Hierbij een selectie van relevante maatregelen.
Van vier naar twee belastingschijven
Er worden nog maar twee belastingschijven gehanteerd. Belastingplichtigen met een inkomen tot € 68.508 gaan 37,35 procent belasting over hun inkomen betalen. Daarboven betaal je 49,50 procent.
Hogere arbeids- en algemene heffingskorting
De arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden extra verhoogd. Iemand die € 25.000 per jaar verdient, houdt door deze maatregel dit jaar € 375 meer over. Bij een inkomen van € 45.000 per jaar is dit € 640. Bij een inkomen van € 65.000 per jaar is dit € 680.
Intreding van Wet arbeidsmarkt in balans (Wab)
Per 1 januari is de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) ingetreden. Dit is een pakket aan maatregelen dat de verschillen tussen vast en flexwerk moet verkleinen. Vaste contracten worden minder vast en flexcontracten worden minder flex. Met deze maatregel wil het kabinet het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen op vaste basis in dienst te nemen. Flexibel werk moet alleen aantrekkelijk zijn waar het werk daarom vraagt.
Andere regels voor arbeidscontracten
Werkenden met een nulurencontract hebben na twaalf maanden recht op vaste uren, namelijk voor het gemiddeld aantal uren dat ze dat afgelopen jaar hebben gewerkt. Daarnaast mag een werkgever weer drie tijdelijke contracten in drie jaar aanbieden. Dit was drie tijdelijke contracten in twee jaar. Ook hebben werkenden vanaf dag één recht op een transitievergoeding. Ontslag wordt daarentegen makkelijker gemaakt, doordat werkgevers meerdere ontslaggronden mogen combineren.
De AOW-leeftijd is voor twee jaar bevroren
De AOW-leeftijd is bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Pas in 2022 wordt deze verder verhoogd naar 66 jaar en 7 maanden. Voor ogen is dat de grens in 2024 op 67 jaar moet komen te liggen.
Nieuwe regels voor een auto of fiets van de zaak
De bijtelling voor elektrische leaseauto’s stijgt van 4 naar 8 procent. Tot 2025 blijven de motorrijtuigenbelasting (mrb) en aanschafbelasting (bpm) voor elektrische auto’s € 0. Liever met de fiets? Dit is een stuk aantrekkelijker geworden door een versimpeling van de fiscale fietsregeling voor woon-werkverkeer. Werkgever mag aanschaf en onderhoud van een fiets voor de werknemer betalen, in ruil voor een bijtelling bij het salaris.
Verlaging van de zelfstandigenaftrek
Per 1 januari 2020 is de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 7.280 naar € 7.030. Hiermee wil het kabinet de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner maken. Deze maatregel is relevant voor ZZP’er of werknemers die erover nadenken om ZZP’er te worden.